dossier private kwaliteitsborging
De reacties op deel 1, regel in het contract dat de bouwer aantoonbaar maakt dat het werk voldoet, vragen om een vervolg.
In de traditionele opzet is sprake van toezicht op de uitvoering van het werk en naleving van de overeenkomst. De directie waakt hier over en kan een of meer personen aanwijzen om deze taak te vervullen. Bij nauwlettend toezicht heeft dit een relatie met de aansprakelijkheidsverdeling. Eenvoudig gesteld: als je je ergens mee bemoeit word je ook (mede) aansprakelijk. Iedereen is en blijft in eerste instantie aansprakelijk voor zijn eigen werk maar … ben je zelf als opdrachtgever intensief met de kwaliteit bezig dan geldt dat je een deel van de aansprakelijkheid op je neemt. Het alternatief, de opdrachtgever doet zelf niets, waakt niet over de kwaliteit en nakoming contract, is wellicht handig vanuit de aansprakelijkheidsverdeling, toch ook weer niet omdat je wel voldoende zekerheid wil dat het bouwwerk voldoet.
Wet heeft beperkte reikwijdte
De wet Kwaliteitsborging gaat over het voldoen aan de bouwvoorschriften en niet het voldoen aan al het andere wat contractueel wordt overeengekomen. Dus nee, de wet Kwaliteitsborging is geen oplossing voor het voldoen van een werk in brede zin. De wet richt zich primair op risico’s. De mate van vereiste controle is gebaseerd op gevolgklassen, het risico van bezwijken, primair gerelateerd aan constructieve veiligheid en brandveiligheid. Het beoogde systeem moet uiteraard kwaliteit in bredere zin bevorderen, zie het echter niet als dé oplossing voor alles wat onder de paraplu van kwaliteit en nakoming contract valt.
Op het verkeerde been
Het wetsvoorstel zet ons op het verkeerde been. De titel van de wet – Kwaliteitsborging voor het bouwen – doet vermoeden dat we nu goed gaan regelen dat bouwkwaliteit in brede zin wordt geborgd. Dit is onjuist. Zoals gezegd, de wet gaat enkel over het voldoen aan de bouwvoorschriften. Een betere titel zou dan ook zijn: de wet Voldoen aan de bouwvoorschriften. Het wordt ons ook nog eens lastig gemaakt door het wel en wee van de wet in verband te brengen met garantieregelingen en verzekerde producten. Daar heeft het in de kern niets mee van doen. Een bouwwerk moet nu ook al aan de bouwvoorschriften voldoen. Garanties en verzekeringen staan in beginsel op zichzelf. Wordt private kwaliteitsborging een feit dan gaat een externe partij het voldoen aan de voorschriften onafhankelijk vaststellen, niet meer en niet minder. De bouwer heeft of krijgt wettelijk gezien geen andere verplichtingen dan nu het geval.
Keuzes in het bewaken en borgen
De wet Kwaliteitsborging gaat de mogelijkheid bieden om te onderhandelen over de aansprakelijkheidsverdeling met betrekking tot gebreken na oplevering. Deze mogelijkheid sluit aan bij de werkwijze dat professionele opdrachtgevers voor een deel zelf de kwaliteit kunnen bewaken en daar keuzes in maken. Maar … welke keuzes ga je precies maken in het bewaken en borgen?
Aansprakelijkheid helder regelen
Het is belangrijk de aansprakelijk daar te laten waar hij thuishoort. Regel je dat de bouwer gehouden is aantoonbaar te maken dat het werk voldoet dan blijf je zo dicht mogelijk bij dit uitgangspunt. Je zegt dan “Laat zien dat ik krijg waar ik voor betaal, dit betekent dat het werk voldoet aan de voorschriften en al het andere wat wij afspreken.” Doe je het als opdrachtgever niet op die manier dan moet je er zelf over gaan waken, al dan niet met hulp, of je vertrouwt er op dat het helemaal goed komt. Kies je voor de route niets regelen en vertrouwen dan is de oplevering het enige moment om te beoordelen of het werk voldoet en vervolgens zal wel blijken of er t.z.t. gebreken aan het licht komen. Is de wet er dan moeten we aannemen dat het voldoen aan de voorschriften is geregeld. Dat is natuurlijk al heel wat. Maar de rest dan? Voor alles wat niet meer bij oplevering geconstateerd kan worden weet je het niet.
Geïntegreerde contracten
Bij geïntegreerde contracten hebben we in plaats van bestek en tekeningen de vraagspecificatie en het acceptatieplan. Kwalitatieve en technische randvoorwaarden moeten dan ook meetbaar worden gemaakt. Hierbij is het geen vraag of optie om van de bouwer te verlangen dat hij laat zien dat het werk voldoet. Het is een absolute must. Acceptatie is onderdeel van het proces om er voor te zorgen dat het werk voldoet.
De aannemer maakt tot genoegen van de opdrachtgever tijdig, tijdens de uitvoering van het werk, op een transparante wijze aantoonbaar dat het werk voldoet aan de bij overeenkomst gestelde eisen en wettelijke voorschriften.
Het aantoonbaar voldoen is onderdeel van de opneming en goedkeuring van het werk voor oplevering.
Tot genoegen van de opdrachtgever tijdig, tijdens de uitvoering aantoonbaar maken betekent dat je heldere afspraken maakt over het systeem van kwaliteitsborging, het niveau, wat laat je zien en waar geef je als opdrachtgever gedurende de rit een akkoord op.
Geïntegreerde contracten staan wellicht model voor hoe je zaken optimaal kunt organiseren. Je wordt met dergelijke contracten gedwongen om op voorhand helder te hebben wat de rollen precies zijn en hoe kwaliteitsborging handen en voeten krijgt met acceptatie tijdens het proces.
Takeaway
Realiseer je wat de reikwijdte van de beoogde wet Kwaliteitsborging is. De wet regelt enkel externe onafhankelijke controle op het voldoen aan de bouwvoorschriften.
Aantoonbare kwaliteit moet de norm zijn. Het moet normaal zijn dat de bouwer laat zien dat het werk voldoet.
Pieter Plass