dossier private kwaliteitsborging
Het wetsvoorstel Private kwaliteitsborging voor het bouwen regelt, samengevat, dat de publieke taak van controle of bouwwerken aan de bouwvoorschriften voldoen van gemeenten naar marktpartijen gaat.
Is bij het opstellen van de wet zorgvuldig gekeken naar de rollen en verantwoordelijkheden van alle stakeholders? Dit is niet het geval.
Een gemiste kans en weeffout
Er is gefocust op het verhangen en verbeteren van de controletaak: de gemeenten worden, voor dat deel, uit de formule gehaald, en marktpartijen mogen er mee aan de slag. De rol en verantwoordelijkheid van bouwers zelf in het verbeteren van de eigen controle, controle of een bouwwerk aan de bouwvoorschriften voldoet, is hierbij buiten schot gebleven. Wat dat betreft verandert er voor bouwers niets. Een gemiste kans en een weeffout. De traditionele lijn van externe onafhankelijke controle staat op zichzelf.
Bij het ontbreken van wettelijke vereisten voor controle door bouwers zelf wordt geen verbeterslag aan de bron gerealiseerd.
Iedereen moet zich aan de bouwvoorschriften houden. Dit is immers de wet. Is het dan vreemd om een bouwer het volgende te vragen: “Hoe kun jij aantonen dat hetgeen je realiseert ook aan de bouwvoorschriften voldoet?”. Gelijk de vervolgvraag: “Kun je dit transparant en reproduceerbaar?”. Het antwoord zal zijn “Natuurlijk … wij doen niet anders plus daar waken wij zelf ook over en daar hebben wij systemen voor”. Oké … heel mooi … laat zien. Ik voorspel u dat u in ieder geval niet krijgt wat u nodig heeft om te kunnen beoordelen of dit ook zo is. Wat u waarschijnlijk wel krijgt is een verwijzing naar mogelijke certificering, een garantieregeling, misschien een algemene beschrijving van hoe de kwaliteit wordt geregeld, of “We werken met iPads om punten die we tegenkomen op te lossen”. Allemaal mooi en wellicht ook heel nuttig, het is niet het antwoord op de vraag. Krijgt u volledig inzage in hoe het voor het betreffende werk is geregeld, of er iets is geregeld, wat wordt er op welke wijze gecontroleerd, kun je daar in meekijken, en kun je vervolgens een oordeel vormen over de volledigheid of hiermee aan de voorschiften wordt voldaan? De kans dat u dit krijgt aangereikt is nagenoeg nul. Het moet gezegd zijn, een enkeling kan dit wel.
Ik kan hier stellig in zijn omdat wij dit dagelijks in de praktijk zien. Of het nu een grote of kleine bouwer betreft, gecertificeerd of niet, het aantoonbaar voldoen aan de voorschriften, door de bouwer zelf aantoonbaar te maken wel te verstaan, is nog steeds mistig. Een waardeoordeel over het feit dat het zo is heeft geen zin. Het zou ook misplaatst zijn want die ruimte wordt bouwers geboden. Vooralsnog is er geen wettelijke eis om dit anders te maken. Ook opdrachtgevers verlangen dit nog te weinig. Bij met name integrale contracten gebeurt dit wel steeds meer.
Over het algemeen staan bouwers niet te springen om inzichtelijk te maken wat zij op het gebied van kwaliteit, en in het bijzonder het voldoen aan de bouwvoorschriften, hebben geregeld. Zou dit eigenlijk niet normaal en gebruikelijk moeten zijn? Natuurlijk zou dit normaal en gebruikelijk moeten zijn. Het is geen vreemde vraag, sterker nog, als hier aan wordt voldaan, iets wat de bouwer eigenlijk al behoort te doen, kan externe controle stukken efficiënter en daarmee goedkoper. Overstijgend geldt dat er een belang is het zo te regelen dat iedereen in de keten op de juiste wijze aantoonbaar kan maken hoe de kwaliteit is geborgd. Hierbij is het goed dat systemen op elkaar inhaken, deels overlappen en het niet ieder voor zich is. Dit pleit voor een integrale benadering.
Het wetsvoorstel voorziet hier niet in … nog niet.
Hoe herstel je de fout?
De bouwer moet verplicht aantoonbaar maken dat hij aan de bouwvoorschriften voldoet, transparant en reproduceerbaar. Om te voorkomen dat er discussie ontstaat over de werkspecifieke controleaspecten en bijbehorende eisen moet hij zich hierbij conformeren aan een standaard. Zonder standaard kan de bouwer zelf bepalen waar hij zich met de controle op gaat richten, waar het werk aan moet voldoen enz. Dit is nu ook het grote manco bij kwaliteitsborging met risico gestuurde managementsystemen. Die discussie mag er niet zijn. Discussie wordt voorkomen met een standaard waar een externe kwaliteitsborger naadloos op aan kan sluiten. Opdrachtgever, bevoegd gezag en externe kwaliteitsborgers moeten vrij toegang krijgen tot het systeem wat hiervoor wordt gebruikt.
Er is nog geen standaard voor kwaliteitsborging. Dit is een groot gemis. Hier is al het nodige over gezegd, in ieder geval door ondergetekende. Het is mijn verwachting dat het een kwestie van tijd is tot de deskundigen gaan ontdekken dat het hebben van zo’n standaard toch wel verrekte handig is en heel veel discussie over wat kwaliteit is en hoe je het borgt gaat oplossen. Eigenlijk is het heel simpel: het maakt het leveren van kwaliteit objectief, concreet en meetbaar.
Het zou uiteraard mooi zijn als dit wettelijk wordt verankerd. Ook als het voorlopig nog niet gebeurt kunnen we er toch al wat mee.
De tussenoplossing voor reparatie van de fout is de prikkel van commerciële noodzaak. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen wie van de bouwers wel kan aantonen dat hij aan de bouwvoorschriften voldoet en wie niet. De uitgangspunten hiervoor: het moet specifiek, gebaseerd op controleaspecten en bijbehorende eisen voor het betreffende werk, aantoonbaar, transparant, reproduceerbaar met een bouw- en opleverdossier, online te raadplegen door de opdrachtgever, kwaliteitsborgers en bevoegd gezag. De commerciële noodzaak is dat hier om wordt gevraagd door de opdrachtgever bij een aanbesteding. Wie dit niet op orde heeft, het niet kan of niet wil, krijgt het werk niet.
Het moet voor de bouwers commercieel noodzakelijk zijn. De cultuurverandering zal er voor zorgen dat bouwers zich gaan onderscheiden en kwaliteit leveren concreet gaat worden. Het voorschrijven biedt bouwers de keuze: je doet mee of niet.
De overheid kan hier een voorbeeldfunctie in vervullen door het te vragen, of nog beter, als eis te stellen bij uit te voeren(overheids)werkzaamheden.
Pieter Plass