Heel lief, vergeten en vergeven

< Terug naar blogoverzicht

dossier dossier private kwaliteitsborging

Het is verboden te bouwen in afwijking van de toepasselijke voorschriften. Dit betreft primair de eisen van het Bouwbesluit, bouwverordening en omgevingsvergunning.

Dat klinkt streng. Oké, maar wat gebeurt er eigenlijk bij een overtreding? Wordt er überhaupt actie ondernomen? Wanneer en door wie? Gebeurt dit vaak? En waar hebben we het dan over als straf of boete? Weet u het?

Mogelijk heeft u de term “bestuurlijke boete” wel eens gehoord of gaat uw kennis en ervaring wat verder. Als u, net als ondergetekende, al langer in de bouw werkzaam bent, dan weet u dat het de dagelijkse praktijk is dat er in afwijking van de voorschriften wordt gebouwd. Dat wordt vaak geruisloos opgelost, maar niet altijd. Een afwijking kan ook domweg niet gesignaleerd worden. Het kan natuurlijk ook pas later aan het licht komen.

Voor een geconstateerde afwijking van de voorschriften gaan we geen aangifte doen. Als bevoegd gezag niet in beeld is wordt de oplossing in de regel binnen de contractueel gebonden partijen gezocht.

Even een klein stukje achtergrond …

Op 1 januari 2015 is de wet Wijziging van de Woningwet in verband met het versterken van het handhavingsinstrumentarium in werking getreden, een wapenfeit van minister Blok. Artikel 92 van de Woningwet regelt hoe en wanneer bevoegd gezag kan optreden. Ik zal u een volledige uitleg besparen. Lees hier eventueel een compacte uitleg. Er zijn overigens nog andere wettelijke middelen om overtredingen aan te pakken.

Het is de bedoeling dat met inwerkingtreding van de wet Kwaliteitsborging voor het bouwen ook de aansprakelijkheid van bouwers wordt verzwaard. De bouwer is straks aansprakelijk voor gebreken na oplevering behoudens als hij kan aantonen dat het niet aan hem ligt. De wetgever hanteert het uitgangspunt dat de bouwconsument een dergelijke kwestie privaatrechtelijk kan gaan oplossen. Nu zijn er gebreken en gebreken. Gebreken in de categorie “afwijking van de voorschriften” staan gelijk aan het overtreden van de wet.

Het zou logisch zijn indien de partij die de overtreding heeft begaan ook wordt beboet. Gebeurt dit niet dan accepteert de overheid dat feitelijk vastgestelde overtredingen zijn toegestaan. De overheid laat het hiermee passeren. Ook laat de overheid het aan de bouwconsument over of en hoe het gebrek en daarmee de overtreding wordt opgelost. Dit laten passeren en parkeren bij de bouwconsument haakt in op de discussie over de waarde van het verzekeren: de overheid laat overtredingen ongemoeid, als het links- of rechtsom maar wordt betaald/opgelost. Gebeurt dat, dan is de overtreding vergeten en vergeven.

Door wel te acteren wordt er een duidelijk signaal afgegeven en is het aannemelijk dat bouwers meer op hun tellen gaan passen. Een straf voor het overtreden van de wet heeft een preventieve werking. Blijft handhaving uit dan wordt het voldoen aan en de naleving van wetten plooibaar.

Nu kan het niet de bedoeling zijn om Tjakka iedereen nu maar gelijk op de bon te gaan slingeren. Iets minder lief maar wel duidelijk optreden kan echter geen kwaad.

Dit wordt extra relevant als bouw- en woningtoezicht zelf niet meer op de bouw komt en nagenoeg volledig afhankelijk gaat worden van meldingen die van private kwaliteitsborgers moeten komen.

Het wordt extra relevant gegeven het feit dat de wet Kwaliteitsborging voor het bouwen niets verandert in de verantwoordelijkheid van bouwers!

Het nodige met structuur beter gaan regelen lijkt me een goede zaak. Dit betreft naar mijn mening in ieder geval het beboeten van de toerekenbare gebreken, gebreken waarbij niet door de bouwer aan de voorschriften is voldaan.

Pieter Plass

Deze website gebruikt analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden.

Accepteren