dossier private kwaliteitsborging
De beoogde wet heeft een metamorfose doorgemaakt. In eerste instantie was de focus primair op het privatiseren van gemeentelijk toezicht, private partijen gaan controleren of een bouwwerk aan vergunning en bouwvoorschriften voldoet. Gaandeweg is het bieden van extra consumentenbescherming cruciaal gebleken. Dit zien we terug in diverse aanpassingen.
In de Tweede Kamer is nagenoeg niet inhoudelijk over deel controlewerkzaamheden gesproken. Moties, amendementen maar ook vragen die de minister zijn gesteld waren vooral gericht op aanvullende consumentenbescherming. Voor een deel is die bescherming gevonden in nieuwe taken voor gemeenten.
Takenpakket gemeenten met betrekking tot het bouwen
In eerste opzet:
- wat blijft: vergunningverlening en handhaving
- nieuw: de controle of een goedgekeurd instrument door een goedgekeurde kwaliteitsborger wordt toegepast – e.e.a. moet overeenkomen met de betreffende gevolgklasse
- wat verdwijnt: controle van bouwplannen en toezicht op de uitvoering
Als gevolg van amendementen pakken de taken anders uit, er komt wat bij.
Een nieuwe taak volgt uit de eis dat bij de vergunningaanvraag een risicobeoordeling van de beoogde bouwactiviteiten moet worden aangeboden. Deze risicobeoordeling moet gemeenten in staat stellen de handhavende taak vooraf inhoud en richting te geven. Hierbij moeten we denken aan bijvoorbeeld een aanwijzing aan de vergunninghouder dat voor de beheersing van bepaalde risico’s kwaliteitsborgers met specifieke kennis ingezet dienen te worden en/of om te bepalen dat in het opleverdossier op die onderdelen specifiek verantwoording moet worden afgelegd. Wat we precies onder “inhoud en richting geven” moeten verstaan is nog onduidelijk. Het meest aannemelijke is dat gemeenten de mogelijkheid wordt geboden nadere eisen te stellen. Een cruciaal punt is dat gemeenten deze taak alleen inhoud en richting kunnen geven als zij ook naar dergelijke risicobeoordelingen kijken. Gemeenten gaan zich hiermee toch weer een beetje met het controlewerk bemoeien.
Nieuwe taak nummer twee is de beoordeling van het overdrachtsdossier. In de toelichting op het betreffende amendement is een en ander als volgt omschreven:
“Indien het bevoegd gezag tot de conclusie komt dat de aannemer in dat dossier (nog) niet (volledig) aannemelijk heeft gemaakt dat aan de wettelijke eisen is voldaan, dan kan de opdrachtgever, bij een verbod op ingebruikname of het aankondigen van een last onder dwangsom, als niet binnen bepaalde termijn bepaalde voorzieningen zijn getroffen, de aannemer aanspreken omdat deze verantwoordelijk is voor het overdrachtsdossier en de naleving van het contract.”
Hier uit volgt dat gemeenten zich op deze wijze ook inhoudelijk met controlewerkzaamheden blijven bemoeien maar dan anders. Je kunt alleen iets van het overdrachtsdossier vinden, oordelen of aan de wettelijke eisen is voldaan, als je de informatie ook inhoudelijk gaat bekijken. Dit is niet te verenigen met de uitgangspunten van het nieuwe stelsel waarbij de controle op wettelijke eisen door private partijen wordt verricht.
Niet te verenigen? Neem het voor kennisgeving aan want zo is het bedacht en door de Tweede Kamer akkoord bevonden, dan is het volgens goed democratisch gebruik prima!
Het overdrachtsdossier organiseren, het ter beschikking stellen, wordt een taak van de aannemer. Dit staat los van wat de kwaliteitsborger doet of moet doen, zijn controlewerk, zijn dossier, zijn informatie waar hij een verklaring op verstrekt.
Dit alles heeft in beginsel geen relatie met de taken van de brandweer. De tekst “brandweer” of beter gezegd “veiligheidsregio” zult u niet in het wetsvoorstel vinden. Daar waar in de wet wordt gesproken over bevoegd gezag moeten we uiteraard begrijpen dat het ook de brandweer betreft. Als we het over de risicobeoordeling of de dossierproblematiek hebben dan zijn deze aspecten – zoals we het in toelichtingen lezen – enkel betrokken op werkzaamheden van bouw- en woningtoezicht.
Bij de beantwoording van Kamervragen over het ontwerp-Bbl is indertijd wel iets door toenmalig minister Blok over de rol van de brandweer (op termijn) gezegd.
“Vraag 14
Wat betekent het nieuwe systeem voor de veiligheidsrisico’s, waarbij de brandweer niet alle gegevens nog beschikbaar heeft? Is de veiligheid van de brandweer nu voldoende geborgd?”
“Antwoord 14
De adviesrol met betrekking tot de brandveiligheid speelt bij gevolgklasse 2 en 3 waar zich de grootste gevolgen voor gebruikers kunnen voordoen in geval van falen van een bouwwerk. De uitwerking van de brandveiligheid in de instrumenten zal plaatsvinden bij de aanwijzing van gevolgklasse 2 en 3. Hierin wordt voorzien na de evaluatie van gevolgklasse 1, dus nog niet bij inwerkingtreding van het wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen. Alvorens de aanwijzing van gevolgklasse 2 en 3 plaatsvindt, zullen de brandweer en veiligheidsregio’s om advies worden gevraagd. Voor de adviserende rol van de brandweer en veiligheidsregio‘s bij de oprichting van de toelatingsorganisatie geldt dat zij hierbij binnenkort betrokken zullen worden. Ik heb een en ander in overleg met de veiligheidsregio’s bepaald en zij hebben aangegeven met deze insteek goed uit de voeten te kunnen.”
Dit antwoord is van voor de tijd dat de risicobeoordeling en het overdrachtsdossier aanvullend op het wetsvoorstel zijn bedacht.
Gelet op de huidige kaders – het overdrachtsdossier is enkel iets wat bij oplevering wordt verstrekt maar niet in gekoppeld aan (voortdurend) gebruik – zal de mogelijke invloed van brandweer en veiligheidsregio’s geen relatie hebben met het op termijn voldoen van bouwwerken, de periode waarin vooral de brandweer en de veiligheidsregio’s waken over risico’s met controletaken. De adviesrol ziet enkel op de uitwerking van de brandveiligheid in instrumenten voor kwaliteitsborging.
Resumerend
De brandweer krijgt onder het nieuwe stelsel niet meer of beter inzicht op risico’s, het voldoen aan de eisen … niet voorafgaand aan bouwactiviteiten, niet tijdens de bouw en niet tijdens de gebruiksfase.
Bij vergunningplichtige bouwactiviteiten zal de kwaliteitsborger risico’s en het voldoen aan de brandveiligheidsaspecten uiteraard meenemen.
Pieter Plass