Verborgen gebreken: paardenwijsheid

< Terug naar blogoverzicht

dossier dossier private kwaliteitsborging

Bij de aankoop van sportpaarden is het nagenoeg standaard dat er een aankoopkeuring wordt uitgevoerd. De koper bepaalt wie de keuring doet. Een deskundige partij wordt ingeschakeld, een partij die geen belang heeft bij koop, verkoop of verzekering: een dierenarts gespecialiseerd in het keuren.

Er wordt veelal klinisch en röntgenologische gekeurd. Klinisch is kijken, voelen, luisteren plus er worden diverse standaard testen uitgevoerd. Röntgenologisch onderzoek richt zich op aspecten die een risico vormen. Bij paarden zijn dat vooral de benen. Met name afwijkingen aan botten en kraakbeen zijn bepalend voor een oordeel over de gesteldheid. Voor het keuren is een standaardprotocol. Een dergelijk protocol wordt door verzekeringen geaccepteerd.

Bij het keuren krijg je een waardeoordeel gebaseerd op een score per onderdeel. Het kan zijn dat een onderdeel niet 100% is maar dat het voor de sport niet van invloed is en het paard er ook geen last van zal hebben.

Er zitten lessen in de aanpak.

Niet de verkoper of de verzekering laat keuren, nee, juist niet. De koper bepaalt wie de keuring uitvoert. Optimale onafhankelijkheid is hierbij cruciaal. De dierenarts heeft geen enkel belang bij koop, verkoop of verzekering. Dat de verkoper een belang heeft mag duidelijk zijn. Dat de verzekering geen rol heeft is ook van belang want het kan zijn dat een keuring op het randje is maar het ‘waarschijnlijk’ niet tot uiting komt. Wordt het paard echter doorverkocht dan kan het ineens wel een probleem worden bij een toekomstige keuring.

De koper krijgt een rapport en bewijs. Op het rapport staat het waardeoordeel per onderdeel. Een andere deskundige kan de röntgenfoto’s beoordelen. Dit maakt dat de partij die de keuring verricht het wel uit zijn hoofd laat om iets te verklaren wat niet juist is. De transparantie is hierbij van groot belang.

Door schade en schande is geleerd dat je bij een dergelijke keuring de boel kunt neppen. Door het paard te verdoven kan een eventueel gebrek worden gemaskeerd. Zo kan een paard volgespoten met pijnstillers voorbeeldig door de keuring komen. Om deze mogelijkheid te tackelen wordt bloed afgenomen en bewaard! Mocht achteraf blijken dat er toch een probleem is dan wordt het bloed onderzocht op mogelijke pijnstillers of andere stoffen die normaal gesproken niet in het bloed voorkomen.

Is het paard goedgekeurd dan kan de koper het dier met een gerust gevoel in de sport inzetten. Het is natuurlijk geen garantie dat het op termijn op orde blijft. Door slijtage, een blessure of ziekte kan de situatie wijzigen.

Er zijn veel overeenkomsten met het keuren in de bouw. Natuurlijk zijn er ook verschillen.

Een verschil is de speelruimte bij het voldoen. Bij het voldoen aan de bouwvoorschriften hebben we het over ja of nee. Bijna goed of een 6,5 kennen we niet. Bij kwaliteit in bredere zin wel maar niet bij het voldoen aan de bouwvoorschriften!

Een ander verschil is de keuzevrijheid. Bij de aankoop van een sportpaard kun je er voor kiezen om de keuring achterwege te laten. Het kost immers ook geld. Het is dus een afweging, is het me dat waard? Binnen de bouw moet ieder bouwwerk aan de bouwvoorschriften voldoen.

Verschil drie is dat we binnen de bouw het voldoen aan de voorschriften niet alleen voor die ene koper van dat specifieke moment van afname doen. We doen het met een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Huizen worden doorverkocht en ook de kinderen van de buren komen spelen enz.

Dat er is nagedacht over een standaard is logisch. Ik kan me nog de tijd herinneren dat er geen standaard voor het keuren van paarden was. Best lastig … want bij de ene dierenarts ging het zus en daar weer zo. Zo kon het voorkomen dat een paard bij de een werd afgekeurd en de ander weer goedgekeurd. Tja, vreemde praktijken. Ook bij het verzekeren was het lastig want verzekeringen hadden zo hun eigen eisen. In de evolutie van het keuren is ‘natuurlijk’ een standaard ontstaan. Binnen de bouw willen we nog niet aan een standaard. Althans, de opstellers van het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen zien dat voor nu nog als kansloos. In mijn ogen is dit minder slim. Je kunt wachten tot een standaard ‘ontstaat’, wat vroeg of laat gaat gebeuren, je kunt er ook in sturen, dus maak die standaard, waardoor je het sneller en beter hebt geregeld.

Tja … paardenwijsheid.

Pieter Plass

Deze website gebruikt analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden.

Accepteren