Vervolg Rondetafelgesprek Veiligheid Betonvloeren

< Terug naar blogoverzicht

Op 28 juni 2018 heb ik de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken onderstaande brief aangeboden.


Geachte leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken,

Tijdens het rondetafelgesprek Veiligheid Betonvloeren d.d. 31 mei 2018 is uitvoerig over de noodzaak voor waarborgen constructieve veiligheid gesproken.

De aanwezige experts waren het unaniem eens dat het bewerkstelligen van een dergelijke waarborg, onafhankelijk van voortgang met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb), heel goed zou zijn.

Ik breng het punt nogmaals bij u onder de aandacht om te bezien of dit, met uw steun, verder kan worden gebracht.

De te realiseren waarborg

Het – door de aannemer – aantoonbaar voldoen aan constructieve veiligheid en brandveiligheid, in samenhang, gebaseerd op vereisten op specifieke uitvoeringsmomenten, binnen de kaders van het huidige toezichtstelsel. Deze maatregel biedt voor alle stakeholders houvast en zal direct tot verbetering van bouwkwaliteit leiden. Hierbij is het dienstbaar de inzet van private kwaliteitsborging in controlewerkzaamheden te betrekken. Kwaliteitsborging door aannemers en private partijen, gericht op het voldoen aan het Bouwbesluit voor de meest essentiële aspecten, wordt hiermee gestructureerd en ingepast binnen het huidige toezichtstelsel.

Kenmerkend aan de maatregel is het invoeren van stopmomenten.

Bewust geen koppeling met de Wkb

Het is van belang de maatregel als zelfstandige actie in te zetten. Het eventueel koppelen aan de Wkb heeft tot gevolg dat er op korte termijn geen verbetering kan plaatsvinden. Voor de Wkb zijn er nog de nodige hindernissen te nemen en blijft onduidelijk of we na invoering van deze wet voldoende garanties hebben dat het met de constructieve veiligheid goed is geregeld.

In plaats van de hoop te vestigen op een wet die, in het meest gunstige geval, nog jaren op zich laat wachten, en alsdan gefaseerd ingevoerd gaat worden, verdient het aanbeveling een specifieke concrete verbetering op korte termijn te realiseren.

Uitvoeringsaspect – incident Eindhoven

Tijdens het rondetafelgesprek heeft met name de heer Ronnes geprobeerd helder te krijgen of eventuele gebrekkige uitvoeringskwaliteit van invloed is geweest op de gedeeltelijke instorting van de parkeergarage Eindhoven Airport. Door de heer Dieteren (TNO) is aangegeven dat alle uitvoeringsinformatie is meegenomen in onderzoek en conclusies. De heer Wijte (Hageman) heeft een slag om de arm gehouden, is daar niet zeker van. De heer Wijte heeft aangegeven dat eventuele nadere informatie inzake gebrekkige uitvoering, naar zijn mening, niet van invloed is op conclusies. Het incident wordt tevens door de Onderzoeksraad Voor Veiligheid onderzocht. Dergelijk onderzoek heeft tot doel het vaststellen van de (vermoedelijke) oorzaak of oorzaken en daaraan, zo nodig, aanbevelingen te verbinden ter voorkoming van toekomstige voorvallen of de gevolgen daarvan.

De diverse onderzoeken en conclusies staan naast eventuele waarheidsvinding via de daarvoor geëigende weg.

Het is belangrijk vast te stellen dat, in relatie tot het incident, de rol van de uitvoering vooralsnog onduidelijk is.

De conclusies van TNO en Hageman hebben consequenties voor onderzoek van risicogebouwen en maatregelen. De door bureau Hageman bepaalde grenswaarde voor de afschuifsterkte is hierbij een belangrijk criterium.

Gebaseerd op de ‘tijdelijke’ norm voldoen diverse vloeren rekenkundig niet. Proefbelastingen van dergelijke vloeren wijzen echter het tegendeel uit: de vloeren voldoen prima. De uitkomsten van proefbelastingen zijn hiermee niet een op een te relateren aan een gestelde systeemfout.

Proefbelastingen wijzen uit dat vloeren beter presteren dan verwacht en er, bij de betreffende gebouwen, niet direct aanleiding is voor alarmering en nadere maatregelen.

Enkel indien het inmiddels substantiële aantal proefbelastingen had uitgewezen dat vloeren twijfelachtig zijn, is er materieel bewijs voor een systeemfout.

Gelet op het feit dat onderzoek van risicogebouwen substantiële maatschappelijk en economische gevolgen heeft is een moment van herbezinning gepast. Dit betreft:

1. Op korte termijn beoordelen of er conclusies kunnen worden verbonden aan de uitgevoerde proefbelastingen in relatie tot onderzoek en maatregelen. Bij overtuigend bewijs dat de uitgangspunten van onderzoek moeten worden bijgesteld, kunnen gebruiksbeperkingen en (versterkings)kosten worden voorkomen.

2. De invloed van gestelde gebrekkige uitvoering moet volledig, objectief, in samenhang worden vastgesteld. Dit is een noodzaak voor herstel van vertrouwen, de aanpak van risicogebouwen en verbetering van de bouwpraktijk. Voorziet de Onderzoeksraad in dit aspect en zijn conclusies binnenkort bekend dan prima. De firma BubbleDeck heeft gestelde gebrekkige uitvoering in een 55 pagina’s tellend rapport gedocumenteerd.

Beleid van onze minister

Het huidige beleid van onze minister voorziet niet in het op korte termijn bewerkstelligen van een waarborg constructieve veiligheid (van toepassing op bouwactiviteiten), de geschetste herbezinning (van toepassing op onderzoek risicogebouwen) en het nader wegen van eventueel gebrekkige uitvoering met betrekking tot het incident Eindhoven (van toepassing op bouwactiviteiten en onderzoek risicogebouwen).

Urgentie

De afgelopen twee decennia is er meer dan voldoende aanleiding geweest om betere waarborgen constructieve veiligheid te organiseren plus betere waarborgen ten behoeve van bouwkwaliteit in algemene zin. Dit is tot op heden nog niet gelukt. Een en ander is naar mijn mening vooral te wijten aan het feit dat verbetering niet in behapbare, relatief eenvoudige, praktische acties, acties die op elkaar bouwen, is ingezet. Met de focus op het meest belangrijke onderdeel van het bouwen, de veiligheid, en daar de juiste stap in zetten, wordt deze impasse doorbroken en gaan we van het er over hebben naar het doen. Nut en noodzaak staat niet ter discussie, er is draagvlak en het is de praktische benadering. Voor de haalbaarheid acht ik het essentieel niet in de val te lopen van het voorwaardelijk maken en koppelen aan andere trajecten zoals bijvoorbeeld de Wkb, de Omgevingswet of ict.

Met uw steun en wijsheid kan de vereiste verbetering er komen.

In afwachting van uw reactie,

hoogachtend,

Centraal Bureau Bouwbegeleiding B.V.

P.H.J. (Pieter) Plass MIM
icon-linkedin icon-twitter

Deze website gebruikt analytische cookies om bezoekersstatistieken bij te houden.

Accepteren